En wat gebeurt er met box 3?
Geplaatst op: 16-10-2020, 14:55:54
Al jaren zoekt men naar een manier om de belastingheffing in box 3 rechtvaardiger te maken voor spaarders. Dat lukt niet echt en daarom wordt er telkens weer aan het stelsel gesleuteld. Dit kunnen we voor 2021 verwachten.
Al jaren leveren spaarrekeningen nulkommaniks op, met als gevolg dat — in elk geval voor spaarders — het forfaitaire rendement in box 3 veel hoger is dan de werkelijke rendementen op hun vermogen. Het meest voor de hand ligt natuurlijk een belastingheffing over het werkelijke rendement op vermogen, maar dat blijkt in de weerbarstige praktijk allemaal erg lastig te regelen. In afwachting van iets beters wordt de belastingheffing in box 3 met ingang van 2021 zodanig aangepast dat de belastingdruk op kleinere vermogens daalt. Deze wetswijziging is overigens het gevolg van toenemende druk om de — zeker voor spaarders onrechtvaardige — heffing wat te verlichten.
Vrijstelling
De vrijstelling (het ‘heffingsvrij vermogen’) gaat omhoog van € 30.846 naar € 50.000 per persoon. Maar ze gaat niet gelden voor de toeslagen en ook niet voor de eigen bijdrage Wlz! Deze houden de ‘oude’ vrijstelling, voor 2021 vastgesteld op € 31.340 (het dubbele voor fiscaal partners). Omdat de Belastingdienst en het CAK wel moeten weten wie méér box 3-vermogen heeft dan dit bedrag, moet iedereen die méér dan € 31.340 aan box 3-vermogen heeft aangifte inkomstenbelasting doen. Ook wie vrijgestelde groene beleggingen heeft, moet voortaan verplicht aangifte doen.
Nieuw tarief
Sinds de invoering van het boxenstelsel in 2001 bleef het forfaitaire rendement in box 3 belast tegen 30%. Dat percentage wijzigt per 1 januari naar 31%. Het scheelt € 144 miljoen voor de schatkist en moet de lagere belastingopbrengsten door het verhogen van de vrijstelling naar € 50.000 (naar schatting € 226 miljoen) deels compenseren.
Schijven
Box 3 kent drie schijven met elk een ander forfaitair rendement. De schijven gelden per fiscaal partner. In 2021 wijzigen de schijfgrenzen: de top van het vermogen valt sneller in een hogere schijf.
Forfaitaire rendementen
Per schijf zijn de forfaitaire rendementen gebaseerd op een fictieve ‘vermogensmix’. Deze zijn voor 2021 per schijf dezelfde als in 2020:
■ eerste schijf: 67% spaargeld en 33% beleggingen
■ tweede schijf: 21% spaargeld en 79% beleggingen
■ derde schijf: 100% beleggingen
Hoe uw vermogen daadwerkelijk is samengesteld, doet er niet toe. De percentages worden jaarlijks bijgesteld. Voor het spaargelddeel werd in 2020 uitgegaan van 0,07% rendement en voor het beleggingsdeel van 5,28%. Voor 2021 zijn de percentages respectievelijk 0,03% en 5,69%. Per saldo pakt het forfaitaire rendement voor alle schijven hoger uit.
En dus?
Wie nu minder dan € 136.000 box 3-vermogen heeft (inclusief het heffingvrije deel, het dubbele voor fiscaal partners), gaat er in 2021 op vooruit ten opzichte van dit jaar. De wetswijziging is gunstig voor iedereen die aan box 3-vermogen minder dan € 220.000 (€ 440.000 voor fiscaal partners) bezit. Wie meer heeft zou beter af zijn geweest zonder de wetswijziging.
Na 2021
De ingrijpende box 3-plannen die voor 2022 gepland stonden (een apart forfaitair rendement voor spaargeld) zijn geheel van de baan. Het streven is nog steeds om een stelsel te ontwikkelen waarbij het werkelijke rendement wordt belast. Gezien de vele praktische bezwaren zullen we nog wel een paar fiscale seizoenen voorbij zien komen voordat zo’n stelsel er is.
Spaar-BV
Voor spaarders die méér box 3-vermogen hebben dan de vrijstelling, blijft de belastingdruk ook na deze maatregelen onaanvaardbaar hoog. Is dat bij u het geval? U zou er wat aan kunnen doen door het belaste deel van uw box 3-vermogen te verhuizen naar een spaar-BV. Dat is vanaf € 250.000 boven de vrijstelling aantrekkelijk en u leest er meer over in ons ‘Stappenplan Spaar-BV’ op www.fiscalert.nl ➤ downloads.
TARIEVEN EN VRIJSTELLINGEN BOX 3
|
vermogen op peildatum 1-1-2021 boven het heffingvrije vermogen |
forfaitair rendement |
belasting als |
|
|
méér dan |
niet méér dan |
||
|
0 |
50.000 |
1,90% |
0,59% (0,54%) |
|
50.000 |
950.000 |
4,50% |
1,40% (1,26%) |
|
950.000 |
- |
5,69% |
1,76% (1,58%) |
Bron: www.fiscalert.nl 7 oktober 2020